Voor het tijdschrift Sociale Vraagstukken heb ik samen met Jean-Pierre Wilken en Martin Stam een bijdrage mogen schrijven. Dit als reflectie op het boek ‘De verhuizing van de verzorgingsstaat‘, een antwoord op hoe de beloften van de decentralisaties in de praktijk uitpakken.
Hoe wordt de gemeente een echt nabije gemeente?
Hoe kunnen gemeenten de tekortkomingen terugdringen die in De verhuizing van de verzorgingsstaat worden geconstateerd? Door een sociale democratie te worden, betogen een lector, een oud-lector en een wethouder.
De verantwoordelijkheden die sinds 2015 op het gebied van zorg en participatie van Rijk naar gemeente zijn overgeheveld, bieden veel kansen om de kloof tussen overheid en burger kleiner te maken. De vraag is hoe de gemeente ‘een nabije gemeente’ kan zijn. We bedoelen hiermee dat inwoners de gemeente ervaren als een toegankelijk, betrokken en betrouwbaar instituut; eerder een partner dan een gebieder. De auteurs van De verhuizing van de verzorgingsstaat concluderen dat er drie beloften van nabijheid worden ingelost: vertrouwdheid, maatwerk en samenwerking (p. 236/237). Maar zij signaleren ook drie tekorten: een democratisch, een professioneel en een solidariteitstekort. Hoe kan een nabije gemeente stimuleren dat deze tekorten worden teruggedrongen?
‘Sociale democratie’ is hierbij volgens ons het sleutelwoord. Niet in de politieke zin van het woord, maar als een beweging om op basis van democratische principes een sociale gemeenschap te willen zijn. We zien gemeenten die goed op weg zijn met deze kanteling, naast gemeenten die vasthouden aan (of vastzitten in?) een oude institutionele manier van werken.
Lees het hele artikel, klik hier.
Nabijheid gemeenten – Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken NAJAAR 2018 nummer 3