Afgelopen week mocht ik samen met Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, een presentatie geven aan collega-bestuurders in de regio. Divosa is de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein.
Erik en ik spraken over inclusie. Dat gaat over onze leefwijze, gedachten en mentaliteit. Over samenleven en samenwerken. Ongeacht herkomst, beperking, geslacht, geaardheid, economische situatie of taalkundige en culturele achtergrond. En zonder het eigen belang voorop te stellen. Met respect, empathie en begrip voor de kwaliteiten, prestaties en vaardigheden van de ander dus.
Het woord ‘inclusie’ valt regelmatig in bestuurdersland. Soms in de betekenis van ‘nieuw beleid’. Ik ben echter van mening dat inclusie herkenbaar zou moeten zijn in al ons beleid. Inclusie gaat voor mij veel verder dan betere toegankelijkheid van openbare gebouwen voor rolstoelen, zoals geregeld in het VN-verdrag. Inclusie is namelijk méér dan een VN-verdrag. Natuurlijk gaat het bij inclusie ook over mensenrechten. Mede om die reden ondertekende Nederland op 14 juli 2016 ook het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking. Die ondertekening is voor mij echter pas het begin. Ik zie een nieuwe werkelijkheid. Een werkelijkheid die vraagt om gezamenlijke verantwoordelijkheid en inzet. Inzet van de overheid. Maar zeker ook van instellingen, bedrijfsleven en inwoners. We hebben een gezamenlijke opdracht. Die nodigt uit om vanzelfsprekend te kijken naar mogelijkheden. Alleen zo kan een samenleving van vergelijken, stigmatiseren en oordelen veranderen naar een samenleving waarin verbinding, saamhorigheid en waardering de boventoon voeren.
Het lijkt bijzonder maar is het niet ‘o zo gewoon.’
Jocko Rensen,
wethouder gemeente Montfoort
Dit blog is ook geplaatst in de Zenderstreek.
Klik hier voor de vlog met Erik Dannenberg over inclusie dat ik eerder maakte