Een jaar geleden werd de Houtense Jocko Rensen de derde wethouder in Bunnik. Zijn opdracht is om de wijken groener te maken, en om te verkennen of er in het stationsgebied 500 tot 1000 woningen kunnen worden gebouwd. Digitaal is Rensen heel handig – hij staat bekend als ‘de vloggende wethouder’.
Jocko Rensen (55 jaar) woont al 25 jaar in Houten samen met zijn vrouw. Twee dochters van 24 en 25 jaar wonen inmiddels op zichzelf. Binnenkort mag Rensen zijn jongste dochter in Bunnik trouwen: ,,Dat vind ik echt een voorrecht om te mogen doen. Voor die ene dag ben ik door de rechter geïnstalleerd als BABS.”
Sinds juli 2020 is Rensen wethouder in Bunnik. Zijn schoonouders wonen al bijna 50 jaar in Bunnik en zijn vrouw groeide er op. ,,Vanuit Rotterdam zijn we deze kant op gekomen om dichter bij mijn schoonouders te wonen. In Bunnik konden we geen woning vinden en zodoende kwamen we in Houten terecht.”
Jocko Rensen werd in 2003 actief in de Houtense politiek in Houten. Daar was hij 8 jaar raadslid en van 2014 tot 2018 wethouder. Rensen kent de regio dus goed. Na Houten was hij wethouder in Montfoort. Daar is hij zelf opgestapt. In Bunnik is Rensen aangesteld als derde wethouder. Hij is nu voor het 8e jaar wethouder – maar dan in drie gemeenten. Vandaar dat hij zegt: ,,Ik ben op expeditie als wethouder.” Maar ook omdat hij zich als mens en wethouder steeds ontwikkelt en nieuwe stappen zet.
Vanuit Houten komt hij op de fiets naar het gemeentehuis. ,,Het is erg prettig om zo dichtbij te wonen.” Voor Rensen is ook menselijke nabijheid belangrijk. Om in tijden van corona ergens nieuw als wethouder te beginnen, is dan wel lastig: ,,Het is zaak om nieuwe vormen te vinden om met inwoners in verbinding te zijn. Als het enigszins kan zoek ik toch één op één contacten op. Ik heb 15.000 opdrachtgevers zeg ik altijd maar – dus alle inwoners van Bunnik. Je ontwikkelt je als wethouder, daarom ben ik in Bunnik terechtgekomen. De profielschets is voor mij heel belangrijk geweest om in Bunnik te landen. Ik ben dienstbaar als wethouder, dus niet de wethouder die de slingers gaat ophangen. Enerzijds wil ik het verschil maken, anderzijds mezelf overbodig maken – want het moet niet over de wethouder gaan.”
Rensen is handig met digitale communicatie. In Houten was hij al ‘de vloggende wethouder’, en dat doet hij voor Bunnik nog steeds: ,,Vrij snel ben ik ook in Bunnik begonnen met ‘schetsfilmpjes’. Ik maak iets visueel dat eigenlijk abstract is. “
Wat noemt Rensen, gezien vanuit Houten, als typerend voor Bunnik? ,,Naar mijn mening hebben inwoners van Bunnik niet in de gaten hoe goed ze het hier hebben. Het speelveld is overzichtelijk. Bunnik is de draaischijf van de regio. Door veel partijen – zowel economisch als maatschappelijk – wordt Bunnik als het centrum gezien. Bedrijven zoals BAM en VRUMONA zien dit als een meerwaarde. Bunnik wordt overal aan tafel gevraagd. Ook de landgoederen en het UNESCO werelderfgoed geven ons een unieke positie. Er is hier zoveel in beweging te krijgen. Zoals met Brothers, Vroeg, de Veldkeuken – maar ook netwerkstructuren zoals Bunnik Vitaal en Krachtig Krommerijn. Veel mensen zien Bunnik als een speler die iets te bieden heeft.”
De Kromme Rijnstreek en de landgoederen noemt Rensen als omgeving heel groen. Over de kernen zegt hij: ,,De wijken zijn redelijk groen, maar ook versteend.” Rensen constateert een dilemma: ,,Onze straten zijn ingericht met de kennis van 30 tot 40 jaar geleden. Toen zijn er bomen geplant die een breed wortelstelsel hebben. Zoals nu bij de Pelikaanweg, waar wortels kelderruimtes ingroeien.” Hij noemt de Engboogerd buurt. ,,Daar waren we niet in control. Inwoners zijn betrokken geweest, maar daar hebben we zaken van moeten terugbrengen – een stoepbreedte van 70 centimeter is niet handig voor iemand in een rolstoel. Als overheid moeten we beter gaan aangeven wat de kaders zijn.”
Bunnik doet mee met de Groene Stad Challenge waarbij 25 gemeenten zich laten doorlichten op de groenvoorziening. ,,Het kan beter met het Bunnikse groen, daarom zijn we bezig met nieuw groenbeleid. In coalitie en gemeenteraad zitten op dit moment mensen die daar veel aandacht voor hebben. Op 15 juli hebben we een goede sessie gehad met een deskundige erbij. Onze inzet is een flinke stap te maken met meer groen in de wijken, maar we moeten ook realistisch zijn, want onze financiën moeten blijven kloppen.”
Woningbouw in het stationsgebied zit ook in de portefeuille van Jocko Rensen: ,,De gemeenteraad heeft gezegd: verken of er 500 tot 1000 woningen mogelijk zijn in dat gebied. Daarvoor maken we nu een gebiedsvisie. Dat begint met kijken: van wie zijn de gebouwen en grond eigenlijk? Een extern projectleider brengt partners in beeld. Naast inwoners zijn dat eigenaren, maar ook NS en Prorail.” In het gebied ligt ook een opgave voor mobiliteit: ,,Er ligt een station, de fietsinfrastructuur moet worden gekoppeld richting het Science Park, waar kan er worden geparkeerd? De centrale vraag is dus hoe we groen, wonen en werken kunnen combineren.”
Ook al zijn er op de wereld prachtige voorbeelden van flats met groene gevels en bomen op balkons en daken, toch mag het woord ‘flat’ niet vallen: ,,Er komen ‘andersoortige’ woningen dan wij gewend zijn in Bunnik. Dat zijn geen ‘flats’, dat is een beladen woord. Het worden woningen. We kijken open naar dit gebied. Vanuit partnerschap kijken we naar de vraag wat onderdeel zou kunnen zijn van het idee.”
door Kuun Jenniskens / Bunniks Nieuws