Interview met wethouder Jocko Rensen


Was: Wethouder Houten en Montfoort
Is Wethouder Bunnik

Interview in nieuwsbrief Transitium Groep.

‘Voor mij werd duidelijk dat ik voorwaarden moest gaan stellen. Niet klakkeloos ja zeggen op een baan’

Hoe kwam je bij Transitium Groep terecht?
Het eerste contact was in 2018. Ik was vier jaar wethouder geweest in Houten en zat zo in een flow dat het niet in me opkwam dat het wethouderschap wel eens zou kunnen stoppen. Totdat mijn partij, de PVDA, opeens buiten het College viel. Frits Westerkamp, een oud-wethouder en verbonden aan Transitium Groep, wees me op het bestaan van het bureau en via hem volgde een vrijblijvend gesprek met Arie-Paul Eijkelenboom. Wat die bij een kop koffie schetste was voor mij een openbaring: pensioen, inkomenseffecten, de maatschappelijke rol, het leven na het wethouderschap! Ik had er allemaal nog nooit over nagedacht. Daarover sparren met iemand buiten mijn comfortzone was totaal nieuw voor me.

Maar eerst kwam er nog een telefoontje uit Montfoort. Of ik als wethouder van buiten aan de slag wilde. Ik zei ja. ‘s Ochtends had ik nog een vergadering in Houten, ‘s avonds werd ik geïnstalleerd in Montfoort. Dat wethouderschap heeft 1 jaar en 6 maanden geduurd. Toen ben ik gestopt. Ik was er niet op mijn plaats, de politieke cultuur was niet de mijne. En zo was ik in december 2019 terug bij Arie-Paul.

Had je al enig idee over hoe je verder wilde?
Daar wilde ik het meteen over hebben: Ik wil weer aan de slag, wat zijn de mogelijkheden? Maar Arie-Paul trapte op de rem: Ho stop, er is wel iets met je gebeurd. Je moet nu eerst afstand nemen. Inmiddels noem ik het een periode van ontgiften. Mijn verontwaardiging, de onrechtvaardigheid die ik had gezien, het in het gedrang komen van mijn waarden, dat alles moest eerst uit mijn systeem. Wat voelde als energie, was frustratie. Ik was eigenlijk doodop.

Wat hield de begeleiding in?
In eerste instantie was die praktisch: formulieren invullen, APPA aanvragen. En we keken naar het wettelijke en organisatorische deel. Dat gaf al wat rust, want je voelt je ook verantwoordelijk tegenover je gezin. Daarnaast hadden we gesprekken van wel 2 á 3 uur. Arie-Paul stelde de goede vragen. Bij Transitium Groep kijken ze niet meteen naar diploma’s en ervaring maar vooral naar wie zit er voor ons? Ook nemen ze testen af waardoor je weer eens kijkt naar je competenties en de kwaliteiten die je hebt opgebouwd. 

‘Je gaat denken dat het wethouderschap de hele taart is, maar het is alleen de kers op de taart’

Gaandeweg kwam de echte rust en werd duidelijk dat ik verder wilde als bestuurder of als teamleider in het sociaal domein. Ik werd me bewust van de beperkingen van het wethouderschap: de functie wordt je eerst gegund, vervolgens ben je ingebed door een hele organisatie. Je bent meteen in positie. Hop daar ga je, je kunt zoveel doen. Daardoor ga je denken dat de periode als wethouder de hele taart is, maar het is alleen de kers op de taart. Voor mij werd duidelijk dat ik voorwaarden moest gaan stellen bij de volgende baan. Het werk moet bij mij passen. Niet op basis van emotie klakkeloos ja zeggen.

En toen kwam Bunnik…
In januari 2020 werd ik gebeld door mensen uit Bunnik over het wethouderschap. Nu was ik zover dat ik kon zeggen: Is er een profiel? En ga vooral ook met anderen praten. Er is een proces nodig om te weten of het echt klikt. 

In april werd een vacature als wethouder gepubliceerd en had Bunnik een profiel opgesteld. Na het schrijven van een motivatie wilden ze praten, met mij en drie anderen. Er was een duidelijke match. Zij wilden een wethouder met een netwerk in de regio, die zich ervoor inzet dat er mét Bunnik wordt gepraat in plaats van over Bunnik. Iemand die goed zichtbaar is in de gemeenschap. De politieke kleur vonden ze niet belangrijk. De hele raad steunde de aanstelling van een derde wethouder met deze specifieke taken.

Ik had inmiddels voor mijzelf geformuleerd dat ik als wethouder geen politiek wil bedrijven, dat ik me breed wil inzetten maar me ook met het Sociaal Domein wil kunnen bemoeien, dat ik mijn creatieve, communicatieve kant willen kunnen gebruiken en dat ik een band met de gemeente moet hebben. Ik ben wel een zakelijke wethouder maar op een persoonlijke manier. Bijzonder is dat mijn schoonouders in Bunnik wonen en mijn vrouw is er opgegroeid, ik heb echt iets met de gemeente. Wat me ook aansprak was het commitment van de raad die de extra kosten voor een derde wethouder had goedgekeurd. 

Maar nog even, van 50.000 inwoners naar 15:000, een kleinere gemeente staat niet vaak op het verlanglijstje…
Een grote gemeente als Utrecht is sowieso niets voor mij, dan zit er zoveel tussen een bestuurder en de straat. Wethouders in grote steden zijn denkers, ik ben meer een doener. Ik zeg wel eens, als je een doener bent, moet je in een middelgrote gemeente beginnen, zoals Houten. Dan heb je zo’n sterke ambtelijke organisatie om je heen dat je eigenlijk geen fouten kunt maken. Daarna kun je wat je hebt geleerd, inzetten voor een kleine gemeente waar je niet zo stevig bent ingebed. Maar juist daar, met die kleinere organisatie, kun je het verschil maken en dichtbij mensen zijn. Je moet er wel even voor van je voetstuk afkomen, dat wel.

Wat is je advies voor collega-wethouders?
Als je de dynamiek van het wethouderschap interessant vindt, denk dan ook aan kleinere gemeenten. En begin een jaar, anderhalf jaar voor de verkiezingen met nadenken over de toekomst. Wat wil ik? Wat kan ik? Wat past bij mij? Ik trek zelf ook mijn lessen en heb mijn volgende afspraak met Transitium alweer staan.

Bron: Nieuwsbrief Transitium Groep

,